Het woord ‘massage’ werd aan het begin van de 19e eeuw bedacht door de Franse arts en fysiotherapeut Lepage. In Griekenland was aan massage de benaming ‘Massein’ gegeven, in het Hebreeuws ‘Massech’ en met het Arabische ‘Mass’ werd hetzelfde bedoeld.

Omdat men steeds meer inzicht begon te krijgen over de bouw en de werking van het menselijk lichaam, werd het “heelkundig behandelen van de spieren met als doel spanning en spierstijfheid te verminderen en de gezondheid en de conditie te bevorderen of op peil te houden” steeds meer toegepast. Lepage bedacht hiervoor het woord massage, maar gemasseerd werd er al zolang er mensen zijn. Tijdens een massage wordt de bloedcirculatie op gang gebracht, zodat afvalstoffen in het lichaam sneller en beter worden afgevoerd. Daarnaast zullen de spieren zich ontspannen en in een betere conditie verkeren omdat ook de spierstofwisseling verbeterd wordt. Overigens verbetert ook het weerstandsvermogen van het lichaam tegen infecties, temeer omdat het lymfestelsel beter zal werken. Massage versterkt het fysieke en psychische weerstandsvermogen in alle opzichten.